Werkt alles precies zoals we in het functioneel ontwerp gesteld hebben? Een belangrijke vraag bij het opleveren van software. Door ieder klein onderdeel te testen tijdens het ontwikkelen kunnen we meestal “ja” antwoorden op die vraag.
Als er een ook maar een minuscuul foutje in de geschreven code zit, kan dit consequenties hebben voor meerdere functionaliteiten. Alle code moet kloppend zijn om ervoor te zorgen dat het hele systeem exact zo draait als het moet. Zie het eens zo: als je een kledingkast in elkaar zet en je slaat één spijker over, dan zul je dit nog niet direct merken als de kledingkast staat. Ga je er echter kleding in leggen, en er dus daadwerkelijk iets mee doen, dan kan de kast instabiel worden. Er mist namelijk een minuscuul onderdeel, maar dat onderdeel zorgt er gezamenlijk met alle andere kleine onderdelen wel voor dat het gehele object stabiel is en gewicht kan dragen.
Je wilt geen flinke investering weggooien alleen omdat er niet steeds tijdens het bouwen getest wordt of alles op de juiste plek zit en werkt zoals het hoort. Besteed daarom genoeg tijd aan software testing, want alleen dan is je eindresultaat precies zoals verwacht en zijn de kansen op foutjes het kleinst.
Wij werken bij al onze projecten op een flexibele “scrum” manier. Grote projecten delen we op in kleine brokjes van twee weken ontwikkelen. Hierdoor wordt iedere twee weken een onderdeel opgeleverd. Het voordeel hieraan is dat dit onderdeel ook direct getest kan worden. Door iedere twee weken een onderdeel op te leveren en te testen kunnen we fouten zoveel mogelijk vermijden. Merken we in de test dat we iets toch op een andere manier sneller en beter kunnen doen? Dan kunnen we het plan direct wijzigen of bijsturen.
Voordat er gebouwd wordt aan een applicatie, zal er altijd een functioneel ontwerp (FO) worden gemaakt. Het FO is in feite de plattegrond, of ook wel blauwdruk, van je applicatie. Alle functionaliteiten worden per onderdeel of pagina uitgeschreven in een document, waarbij voorbeelden maken door middel van tekeningetjes ook vaak voor komt. Deze FO is niet alleen de leidraad voor het bouwen, maar ook een houvast bij het testen. Tijdens de tests wordt er steeds scherp gekeken naar de beschreven functionaliteiten in het FO. Doet het systeem precies dat wat er in het FO staat? Sluit het aan bij de andere functionaliteiten en werken die ook naar behoren? Allemaal vragen die tijdens software testing worden beantwoord.
Natuurlijk testen de ontwikkelaars steeds zelf de opgeleverde software. Hier krijgen zij altijd ruim de tijd voor, want we kunnen het niet vaak genoeg herhalen: testen is belangrijk. Echter willen we ook weten wat de eindgebruiker vindt van de software. Zij moeten er namelijk mee gaan werken. Daarom creëren we vaak panels van eindgebruikers die gaan testen. Alles wat zij ervaren noteren wij, nemen we mee en gebruiken we als basis voor het verder optimaliseren van de software. Software is namelijk nooit klaar, door steeds te blijven testen kom je altijd verbeterpunten tegen waardoor we blijven doorontwikkelen.
